HOME/ GESCHIEDENIS/ COLLECTIES/ LINKS/ CONTACT

Geldrop - Mierlo 1929

Het grootste nieuws van 1929 dat alle nieuws van dat jaar overschaduwde was natuurlijk de beurskrach van de New Yorkse effectenbeurs. In de zomer van 1929 begon duidelijk te worden dat de economische cyclus op het punt stond in een neerwaartse spiraal te raken. Veel bedrijven merkten dat de markt verzadigd was en lieten hun productie inkrimpen. De eerste ontslagen vielen, waardoor bestedingen afnamen en andere bedrijven op hun beurt in de problemen kwamen. Steeds meer bedrijven krompen in of gingen failliet. In de zomer van 1929 vlakten de koersen steeds verder af. Op donderdag 24 oktober begonnen de aandelenkoersen op de New Yorkse beurs extreem te dalen. In de paniek die hierdoor ontstond, probeerden beleggers hun aandelen te verkopen waardoor de koersen volledig inzakten. Aan het einde van de dag (die de geschiedenis zou ingaan als Zwarte Donderdag) waren de meeste aandelen sterk gedaald. Na een kleine opleving daalden de koersen later nog verder. Het dieptepunt van de markt zou uiteindelijk pas bereikt worden op 8 juli 1932 op een niveau van 41,22. Dat niveau was voor het laatst gezien in de negentiende eeuw. Het zou nog tot 1954 duren vooraleer de koers weer 381,17 bereikte, wat het hoogtepunt in 1929 was. 1

Een strenge winter
In de kranten 2 en boeken 3 4 kunnen wij het volgende lezen :
De winter van 1929 werd legendarisch door de extreem koude februarimaand. Vanaf 2 februari vroor het licht tot matig, vanaf 19 februari zeer streng. Op 12 februari werd in Friesland een Elfstedentocht gereden. De vorst hield aan tot begin mei. De gevolgen van deze strenge kou werden ook in Geldrop en Mierlo merkbaar. Een griepepidemie greep om zich heen. Op 12 maart verscheen er in de krant het volgende artikel : Het abnormaal hoge sterftecijfer is nog niet afgenomen. Momenteel staan 7 lijken boven aarde. Ofschoon er de laatste 3 weken iedere dag meerdere ingezetenen stierven is dit wel het hoogste cijfer sinds de griepepidemie begon te heersen. In Mierlo was het sterftecijfer in eerste instantie wat minder, maar ook daar werd de situatie op een gegeven moment ernstiger. Ook de weg tussen Geldrop en Mierlo werd ernstig beschadigd door de langdurige vorst. Het Eindhovens kanaal was dicht gevroren met een ijslaag van ruim een meter dik op sommige plaatsen, en dat was te merken door een grote drukte op de tramlijn van Helmond naar Eindhoven door Geldrop en Mierlo. Dagelijks passeerden goederen-trams van 15 wagons. Een gebrek aan materieel belemmerde dat er meerdere van deze trams reden. Op 14 februari sprong de cv-ketel in de fabriek van de Haes in Mierlo waardoor vanwege de kou alle arbeiders naar huis werden gestuurd. Nadat de dooi was ingevallen werd ook de weg tussen Mierlo en Helmond door zware vrachtwagens totaal kapot gereden, waardoor verkeer bijna onmogelijk was geworden. Het duurde nog maanden voor de weg voldoende gerepareerd was. Eind augustus werd nog geklaagd over de slechte toestand van deze weg.

Ontwikkeling bevolkingsgroei, woningbouw en werkgelegenheid
In het nabijgelegen Eindhoven was de NV Philips met een onstuimige groei bezig. Vanaf het najaar van 1928 steeg het aantal werknemers met 1.000 per maand. In december werd een totaal aantal van 17.000 bereikt, en op 15 april 1929 was het aantal werknemers gegroeid tot 20.000. Philips was naarstig op zoek naar mogelijkheden om voor al die nieuwe werknemers woningen te bouwen aangezien die mensen van steeds verder weg kwamen (tot zelfs in België en St. Oedenrode toe), waardoor de vervoerskosten voor al die mensen de pan uit rezen. De gemeente Eindhoven stelde echter hoge eisen aan wegen en riolering. In een interview met de Telegraaf hekelt dr. Anton Philips het gemeentebeleid : “Schreeuwend duur is de wegenaanleg. De gemeente legt ingevolge haar uitbreidingsplannen nu al wegen aan, geweldig, ja overdreven breed ; 24 meter en allen keien en 4 meter trottoir aan beide zijden. Alle kosten van riolering etc. drukken enorm op de bouw van de huizen”. De aan Philips gelieerde woningstichting “Thuis Best” was dus gaan kijken in omliggende gemeentes en in Geldrop werden in 1928 grote stukken grond gekocht van de baron van Tuyll van Serooskerken, kasteelheer van Geldrop, in Tivoli nabij de Heezerweg, genoeg voor ongeveer 1.000 woningen. Begin 1929 ging de gemeenteraad van Geldrop akkoord met een eerste plan van 524 woningen. Wél waren er een aantal voorwaarden aan verbonden. Met betrekking tot de aanleg van riolering, verlichting en andere voorzieningen werden speciale clausules opgenomen. Ook was de gemeente bevreesd dat in zo’n grote arbeidersbuurt wel eens grote problemen zouden kunnen ontstaan in geval van werkeloosheid. In een geheime overeenkomst werd bepaald dat de NV Philips een bijdrage zou leveren in de eventuele meerkosten van armenzorg. Eind 1929 betrokken de eerste gezinnen hun nieuwe woning, en de wijk Tivoli was geboren. De straatnamen werden door de woningstichting bepaald : Berenstraat, Bisonstraat, Leeuwenstraat, Luipaardstraat, Neushoornstraat, Panterstraat, Poemastraat, Tapirstraat,Tijgerstraat, Zebrastraat (grote wilde dieren). Alleen het centraal gelegen plein, Arnaudinaplein, werd op verzoek van de gemeente Geldrop vernoemd naar de vroegere eigenaresse van het bouwterrein, Arnaudina Hoevenaar. Zij was getrouwd met Hendrik Nicolaas Cornelis, baron van Tuyll van Serooskerken. Deze namen werden in maart 1930 officieel vastgesteld door de gemeenteraad. Voor alle ambtelijke handelingen moesten de bewoners naar Geldrop, ondanks het feit dat ze dichter bij Eindhoven woonden. Parochieel viel de nieuwe wijk onder de Maria Brigidaparochie van Zesgehuchten. Er werd echter gezocht naar een pastoor voor een nieuw op te richten parochie. In eerste instantie werd de Boxtelse kapelaan F.A.J. Pessers aangezocht als bouwpastoor. Toen die te horen kreeg dat een groot aantal van zijn aanstaande parochianen van “boven de Moerdijk” kwamen en hij daar dus voor de taak stond om met veel anders denkenden te moeten gaan werken, bedankte hij voor de eer. Hem werd toen verzocht een nieuwe parochie te stichten in Braakhuizen. Deze nieuwe parochie zou de naam van St. Joseph gaan dragen. De bisschop van den Bosch , mgr. Diepen, verzocht toen de missionarissen van het Heilig Hart in Tilburg om in Tivoli een rectoraat te stichten en op 25 november 1929 werd een rectoraat gevestigd. Twee priesters, rector G. Baptist en pater A. van Dinther betrokken 2 woningen in de Leeuwenstraat. In een van deze woningen werd op de benedenverdieping een kapel ingericht. Deze ruimte was net groot genoeg voor 30 personen. Op 27 november werd er de eerste mis opgedragen.

Op donderdag 8 augustus werd op de gemeentesecretarie de geboorte aangegeven van de 7.000e inwoonster van Geldrop. Het was de eerst geborene van een tweeling van het echtpaar Adrianus van Gerwen en Anna Engelen, wonende op Hout 2. Zij kreeg de namen van Maria Bede Anna. In 1,5 jaar tijd was de bevolking van Geldrop met ruim 10% gestegen, o.m. door de snelle groei bij de NV Philips, en gezien de vele bouwplannen zou die groei zich wel voort gaan zetten. Een van de gevolgen daarvan was een steeds grotere druk op o.m. de huurprijzen van woningen, die zelfs de prijzen van woningen in de stad soms overtroffen. Ambtenaren van de gemeenten Geldrop, Valkenswaard en Veldhoven verenigden zich daarom om in een hogere loonklasse te komen vergelijkbaar met hun collega’s in de stad.

Burgemeester Fleskens
Het werd een bijzonder jaar voor de Geldropse burgemeester A.N. Fleskens. In maart werd hij benoemd tot officier van de Kroon van België als bewijs van erkentelijkheid voor bewezen diensten aan dat land gedurende de 1e wereldoorlog. Bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer werd de hij herkozen als lid voor de R.K. Staatspartij. In die tijd vierde hij ook zijn 25-jarig huwelijksfeest en schonk ter gelegenheid van deze gebeurtenis een grote bijdrage voor het oprichten van een H. Hartmonument. Een stukje grond aan de Stationsstraat werd hiervoor door de Gemeente aangekocht voor fl. 100,-. Later dat jaar werd de heer Fleskens ook benoemd tot commissaris van het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds.

Burgemeester Albert Nicolaas Fleskens (1874-1965)

Een wonder
Eind juli werd op de pastorie van Zesgehuchten een telegram ontvangen waarin de genezing werd vermeld van de 34-jarige Adriana van Gerven, wonende op ‘t Hout. Zij was met de nationale bedevaart naar Lourdes vertrokken en, na 5 jaren aan het bed te zijn gekluisterd vanwege maag- en darmkanker, na het nemen van een bad in een van de “piscines” aldaar, plotseling genezen van deze ziekte : een wonder. Dokter van Kimmenade had reeds telefonisch contact gehad met een van de consultatie-doktoren ter plaatse die e.e.a. hadden bevestigd. Enige dagen later kwam zij aan op het station van Eindhoven en werd daar opgewacht door haar familie, pastoor van Hooff, en buiten het station stond een versierde bus met inwoners van Zesgehuchten. Aan de grens van Zesgehuchten bij het viaduct stond ook weer een grote mensenmassa haar op te wachten, samen met de patronaatsharmonie met vaandel. Van hier vertrok de stoet naar de kerk waar ook weer een grote menigte stond te wachten. Samen met pastoor van Hooff liep Adriana de kerk binnen waar de pastoor een lof celebreerde waarna de stoet naar de versierde boerderij van haar ouders vertrok.
Adriana van Gerven is in 1983 op 88-jarige leeftijd overleden.

Religie
In de parochie Mierlo-Dorp overleed op 5 april 1929 pastoor J.P.P. de Winter. Een pastoor met grote verdiensten voor de parochie H. Lucia. Een van de eerste activiteiten, na zijn aantreden in 1904, was de bouw van een nieuwe pastorie. Een jaar na zijn benoeming nam hij al zijn intrek in de nieuwe woning. Weer een jaar later kreeg de parochie de beschikking over een nieuw kerkhof. In 1913 werd het Patronaat gebouwd waar de basis werd gelegd voor diverse Mierlose jeugdverenigingen. Het Liefdegesticht (nu: Hof van Bethanië) werd uitgebreid en de bouw van meisjesschool St. Lucia kwam tot stand. Alle bouwwerken waren van de hand van architect J.H.H. van Groenendael. De pastoor had de bouwmeester, die tientallen kerken (o.a. Steentjeskerk in Eindhoven), kloosters, scholen, enz. bouwde, leren kennen in de tijd dat hij kapelaan in Vught was. Pastoor de Winter zette zich niet alleen in voor materiële zaken, maar ook voor o.a. de drankbestrijding, de omzetting van de openbare lagere jongensschool in een bijzonder school. Veel pastoors hebben lange tijd gediend in Mierlo. De Winter en zijn twee voorgangers waren samen 92 jaar pastoor in de parochie H. Lucia. Als je de opvolger van pastoor de Winter meetelt komt je voor 4 pastoors in totaal zelfs aan een diensttijd van 124 jaar.

Terugkerende annexatieperikelen
In Mierlo kwam het annexatiespook weer om de hoek kijken. Al in de eerste week van januari gingen er berichten dat het niet meer voorbarig was dat binnen afzienbare tijd plannen bekend gemaakt zouden worden om de gemeente Mierlo op te heffen en te verdelen. Mierlo-dorp zou bij Geldrop komen, en Mierlo-Hout zou bij Helmond gevoegd worden. Begin mei begon het inderdaad erop te lijken dat die plannen door zouden gaan. Door Gedeputeerde Staten werd voorgesteld om per 1 januari 1930 dit te realiseren. Commissies van ingezeten werden benoemd om de gemeenteraad inzake deze voorstellen te assisteren. Voor- en tegenstanders lieten luidruchtig van elkaar horen in protestoptochten en ingezonden stukken in de krant, waaruit bleek dat een meerderheid van de bewoners van Mierlo-Hout voor aansluiting bij Helmond waren aangezien Mierlo-Hout al zowat tegen Helmond aan gegroeid was en de belangen van veel bewoners in Helmond waren gelegen, terwijl de bewoners van Mierlo-dorp over het algemeen faliekant tegen aansluiting bij Geldrop waren. Bij de stemmingen over de voorstellen in juni bleek dat de bevolking in overgrote meerderheid tegen de voorstellen was. Het voorstel werd vervolgens in de vergadering van de gemeenteraad in augustus dan ook met een krappe meerderheid (6 tegen 5) verworpen. Samen met de gehouden stemming onder de bevolking werd ook in aanmerking genomen dat in dit voorstel, in tegenstelling tot het wetsvoorstel van 1925, waarbij Mierlo-dorp zelfstandig zou blijven, de gemeente Mierlo nu in zijn geheel zou worden opgeheven. Naarmate het jaar vorderde werd de berichtgeving over dit onderwerp steeds schaarser. Ook moest op vragen in de bewuste gemeenteraden op vragen van de raadsleden worden geantwoord dat er verder niets nieuws meer bekend was. Duidelijk werd dus dat de beslissing op de lange baan geschoven werd. De geplande datum van 1 januari 1930 zou in ieder geval niet gerealiseerd worden.

1 Wikipedia
2
Krantenarchief Delpher
3 Jean Coenen : Alles wat hier leeft, spint, twernt of weeft
4 Ad Otten : Philips woningbouw 1900-1990