HOME/ GESCHIEDENIS/ COLLECTIES/ LINKS/ CONTACT

Geldrop - Mierlo 1923
Na de 1ste Wereldoorlog brak een lange reeks van magere jaren aan. Weinig werk, veel bezuinigingen bij de overheid, staatsspoorwegen en de posterijen. De wetgeving nam toe wat leidde tot meer en meer ingewikkeld werk bij de plaatselijke overheid. Mierlo bleef zich natuurlijk bezig houden met een dreigende annexatie. Burgemeester Verheugt gaf dat in zijn nieuwjaarstoespraak van 1923 als volgt aan: “De dreigende annexatiebacil, moge zij dan thans zijn in een stadium van rust, wacht slechts op een gunstig ogenblik”.

Jubilea.
Op 31 augustus 1898 werd koningin Wilhelmina 18 jaar en daarmee staatsrechtelijk meerderjarig. Een week later, op 6 september, werd zij in de Nieuwe Kerk in Amsterdam ingehuldigd. Vijfentwintig jaren later, begin september 1923, werd in heel Nederland uitbundig haar zilveren regeringsjubileum gevierd.
De gemeenteraad van Geldrop besloot een voor die tijd groot bedrag van ƒ 1.500,- ter beschikking te stellen aan de jubileumcommissie. De jubileumfeesten werden gepland op 6 september. Veel feestelijkheden op de Heuvel, waar de nieuwe kiosk officieel in gebruik werd genomen. Een grote optocht met veel kinderen trok door Geldrop en Zesgehuchten. ’s Avonds was er een openluchtbioscoop op de Heuvel, afgewisseld met muziek op de kiosk.
In Mierlo, een duidelijk minder draagkrachtige gemeente, stelde de raad een bedrag van ƒ 600,- ter beschikking. Verder werd er nog “een offertje van de ingezetenen” gevraagd. Mierlo vierde het regeringsjubileum op 1 en 2 september. Op de eerste dag was er een bloemencorso voor kinderen, allerlei wedstrijden en na afloop natuurlijk broodjes met chocola. ’s Avonds gaf fanfare St. Lucia een uitvoering op de kiosk in de Marktstraat. Op zondag was er een optocht bestaande uit 26 wagens van de verschillende verenigingen in Mierlo. De stoet liep van Mierlo-Hout naar Mierlo-Dorp. Sommige wagens waren blijkbaar van een dusdanige kwaliteit dat zij in de dagen daarna mee mochten doen aan de optochten in de omliggende gemeenten zoals Geldrop. Het feest werd afgesloten met een groot vuurwerk. De festiviteiten hadden zo’n goed verloop dat de gemeenteraad er geen problemen mee had om het nadelige saldo van ƒ 75,11 aan te vullen.
Het landelijke Comité voor het Nationaal Huldeblijk aan H.M. de Koningin wilde Hare Majesteit een kunstalbum aanbieden met daarin aquarellen van verschillende Nederlandse landschappen. Het Comité had de Geldropse kunstschilder Jan van Oort, op voordracht van de Kunstgenootschappen Arti, Pulchri en St. Lucas, gevraagd een van deze aquarellen, met als onderwerp “Noord-Brabantsche heide”, te schilderen.

In de gemeente Geldrop werden ook jubilea gevierd. Op 31 januari werd een feestelijke raadsvergadering belegd, omdat het 25 jaar geleden was dat burgemeester Fleskens als gemeentesecretaris in Geldrop benoemd werd. De beide pastoors, A. Hansen van Geldrop en G. van Hoof van Zesgehuchten vierden op 4 juli hun zilveren priesterjubileum. Op 11 november was het 25 jaar geleden dat A. Mertens benoemd werd als notaris. Kort daarna vierde J.F. Knaapen dat hij 60 lid was van het R.K. Kerkkoor in Geldrop. Zijn zoon J.P. Knaapen, gemeentesecretaris, vierde tegelijkertijd zijn zilveren lidmaatschap.
Mierlo kende maar één jubileum. In het raadhuis werd door gemeenteraad en ambtenaren uitgebreid stilgestaan bij het feit dat Frans Meulendijks 25 geleden in dienst trad. Frans hield zich o.a. bezig met het op orde houden van het gebouw.

Kiosk.
De muziekverenigingen van Mierlo en Geldrop hadden al lang een kiosk op het verlanglijstje staan om vanaf een herkenbare centrale plaats hun muziek ten gehore te kunnen brengen.
Voor de Mierlose fanfare “St. Lucia” kwam de kiosk heel gemakkelijk aanwaaien, zonder dat het de gemeenschap ook maar één cent kostte. In 1922 kocht textielfabrikant E. Swinkels het failliete Lustoord Molenheide. De vorige eigenaren hadden voor de concerten die er gehouden werden twee kiosken op het terrein laten plaatsen. Voor Swinkels waren deze overbodig en schonk een van de kiosken aan de fanfare.
In mei 1923 besloot de gemeenteraad van Geldrop mee te werken aan het tot stand brengen van een kiosk, waarvan de bouwkosten ƒ 4.000,- bedroegen. De gemeente betaalde de helft van de kosten en harmonie “La réunion musicale” kon de rest van het bedrag renteloos lenen.

La Réunion Musicale 1923

Wetgeving.
Nieuwe wetgeving leidde tot tal van veranderingen. Als gevolg van wijzigen in de Veewet werden gemeenten gedwongen dure maatregelen te nemen in verband met het verhandelen van vee op de plaatselijke markten. Geldrop kende vier jaarmarkten en Mierlo twee. Deze markten hadden al jaren te kampen met een gering aanbod van vee. Dit alles was voor de gemeenteraad van Mierlo aanleiding om in 1922 al een verzoek te richten aan Gedeputeerde Staten om hun markten op te mogen heffen en in 1923 ondernam Geldrop dezelfde stappen.
De Keuringsdienst van Waren controleerde tal van winkels, bakkerijen, magazijnen, e.d. Bij aan aantal landbouwers en melkventers werd geconstateerd dat soms zelfs 20% van de melk met water was aangelengd.
Op grond van de Vleeskeuringwet traden de vleeskeuringsdiensten in werking. Geldrop had, samen met nog een aantal gemeenten, een gemeenschappelijke keuringsdienst met Eindhoven. Mierlo viel onder het district Helmond. Van elke slachting moest aangifte gedaan worden op het raadhuis. Zo werd in Mierlo in de slachtmaand november aangifte gedaan van 144 huisslachtingen. De Vleeskeuringwet leidde ook tot de bouw van veel slachthuizen. In 1923 maakte de gemeente Geldrop plannen voor een slachthuis. Het voorstel van B. en W. was een locatie te kiezen in de Akert. Dit lag buiten de bebouwing, was toch goed bereikbaar en het afvalwater kon geloosd worden op De Dommel. Enkele raadsleden waren bang voor vervuiling van het water, maar volgens de voorzitter leverde dat in andere gemeenten zoals Eindhoven geen klachten op.
Ook nieuwe onderwijswetgeving had zijn gevolgen. Er was zgn. vervolgonderwijs, bestemd voor kinderen die na hun lagere school nog extra lessen wilden volgen voordat ze in het arbeidsproces terecht kwamen. De gewone lagere schoolvakken, zoals lezen, schrijven, rekenen en Nederlandse taal stonden op het rooster. De lessen werden vaak ’s avonds of op woensdagmiddag of zaterdag gegeven door onderwijzers die ieder jaar door het gemeentebestuur benoemd werden. De salariskostenkosten werden door de overheid betaald. In Mierlo betaalden de ouders een bijdrage van 30 cent per kind per maand, tenzij men on- of minvermogend was. Toen deze financiering door de overheid werd stopgezet, schrapten de gemeente Geldrop en Mierlo deze vorm van onderwijs. Er werd overigens al jaren geklaagd over het slechte bezoek van de lessen. Meestal werd gestart met 15 à 20 leerlingen, maar na een paar weken was daar nog maar een handje vol van over en soms stond de onderwijzer in een leeg klaslokaal.