Geldrop - Mierlo - Zesgehuchten
1920
Het jaar 1920
was een jaar met weinig grote
gebeurtenissen. De Volkenbond,
de voorloper van de Verenigde
Naties, werd opgericht om de
samenwerking tussen landen te
bevorderen en om vrede en
veiligheid te brengen. Het
belangrijkste nieuws in Geldrop,
Mierlo en Zesgehuchten was toch
weer de annexatie, Molenheide,
het overlijden van Vincent van
den Heuvel en de vele gevallen
van mond- en klauwzeer onder het
vee. In Gent overleed Gravin
Leopoldina d’Alcantara van
Scherpenzeel Heusch, waarna de
laatste Mierlose bezittingen van
deze adellijke familie verkocht
werden.
Overlijden Vincent van
den Heuvel.
Op 13 september overleed
Vincentius Adrianus Maria van
den Heuvel, geboren in Geldrop
op 8 december 1854. Aanvankelijk
was hij mededirecteur van de
firma A. van den Heuvel en Zn.,
maar vanwege zijn drukke
werkzaamheden trok hij zich in
1903 terug uit het
familiebedrijf.
Vincent van den Heuvel zat vele
jaren in de politiek. In 1895
volgde hij zijn vader op als lid
van Provinciale Staten en kwam
in 1898 in de Tweede Kamer. Toen
hij in 1909 gekozen werd tot lid
van Gedeputeerde Staten, gaf hij
zijn lidmaatschap van de Tweede
Kamer op. Twee van zijn
schoonzoons waren ook lid van de
Tweede Kamer. Een daarvan, K.
van der Putt is ook burgemeester
van Geldrop geweest; hij
overleed in 1945 in
concentratiekamp Bergen-Belsen.
De grote verdiensten van Vincent
van den Heuvel lagen niet zozeer
op politiek, maar meer op
maatschappelijk gebied. Hij was
betrokken bij de oprichting van
de N.C.B. (Noordbrabantse
Christelijke Boerenbond) en de
Coöperatieve Centrale
Boerenleenbank, waarvan hij tot
aan zijn overlijden
bestuursvoorzitter was. Op zijn
initiatief kwam de
Tramwegmaatschappij “De Meijerij”
tot stand, waardoor
Zesgehuchten, Geldrop en Mierlo
een stoomtramverbinding kregen
met Eindhoven en Helmond. Ook
binnen de Geldropse gemeenschap
vervulde hij tal van functies,
zoals bestuurslid van de St.
Vincentiusvereniging en
directeur van het R.K. Zangkoor.
Vincent van den Heuvel was
Ridder in de Orde van de
Nederlandse Leeuw en Ridder in
de Orde van Gregorius de Grote.
Lustoord Molenheide.
De uitbreiding van het “Lustoord
Molenheide” werd voortvarend
aangepakt. De directie van
Molenheide had inmiddels
ongeveer 50 ha heide gehuurd van
de gemeente “zeer ten ongerieve
van vele menschen die daardoor
hun weg niet kunnen verkorten”
vanaf de kerk naar Geldrop en
Heeze.
De activiteiten waren gericht op
“voor elk wat wils”. Veel werd
gedaan voor kinderen.
Op het terrein verschenen
Amerikaanse
torpedoluchtschommels, een grote
zweefmolen en allerlei andere
attracties. In juni ontving
Molenheide op één dag 5.000
schoolkinderen uit de omliggende
gemeenten. De kinderen uit
Someren hadden er al een
wandeling van 3 uren opzitten
toen zij in Mierlo aankwamen.
Gelukkig kon de terugreis wat
sneller. Ook in die tijd werden
ouders ingeschakeld voor
schoolvervoer. Op de Trimpert
stonden de karren klaar om de
vermoeide, maar blijkbaar zeer
voldane, kinderen naar huis te
brengen.
Sport nam een belangrijke plaats
in op het programma. De
vliegsport bleef de grootste
trekpleister van het
recreatiepark. Liefhebbers
konden zich opgeven voor
parachutespringen. Van de 14
aanmeldingen mochten er twee een
sprong wagen. Acrobaat Schindler
vertoonde zijn kunsten aan de
trapeze die onder het vliegtuig
van Hess bevestigd was.
Bij het vliegveld werd een 700
meter lange wielerbaan
aangelegd, waar grote nationale
wielerwedstrijden gehouden
werden. De baan werd ook
gebruikt voor motorwedstrijden.
De roeiwedstrijden, de
wedstrijden voor paarden en
pony’s en de
cross-countrywedstrijden trokken
veel publiek. Het aantal
bezoekers bij vliegdemonstraties
werd vaak geschat op 5.000 met
nog eens eenzelfde aantal buiten
het terrein.
Voor de vele culturele
activiteiten werd een kiosk en
een amfitheater gebouwd
De kiosk werd gebruikt voor
concerten die gegeven werden
door harmoniegezelschappen en
strijkorkesten uit omliggende
gemeenten. Het amfitheater was
aangelegd in het sparrenbos en
afgemaakt met rietmatten. Hier
werd iedere dag, een maand lang,
het openluchtspel “Saul’s
verwerping” opgevoerd door het
toneelgezelschap Vincent
Berghegge en daarna “De Pastoor
van Neuvillette”.
De plaatselijke herbergiers
deden ook goede zaken. De
vliegdemonstraties waren goed te
volgen vanaf hun terrasjes. Veel
bezoekers vermaakten zich na
afloop van de activiteiten bij
de Mierlose kasteleins. De
neringdoenden verzochten het
gemeentebestuur het sluitingsuur
van 1 mei tot 1 oktober te
verlengen van 10 uur naar 11
uur, maar burgemeester Verheugt
was onverbiddelijk: alleen
incidenteel met zijn
toestemming.
Annexatie.
In Geldrop en Zesgehuchten werd
heel diplomatiek gesproken over
de vereniging van beide
gemeenten. De gemeenteraad van
Zesgehuchten had slechts één
vergadering nodig om tot een
besluit te komen. De meerderheid
vond de financiële voordelen van
samengaan belangrijker dan het
verliezen van de
zelfstandigheid.
In Mierlo lag de situatie veel
moeilijker. In 1919 had de raad
nog met algemene stemmen
besloten zich niets aan te
trekken van annexatieplannen van
Helmond en over te gaan tot
aankoop van grond voor het
bouwen van een nieuw raadhuis.
Een schrijven van Gedeputeerde
Staten gooide echter roet in het
eten. De gemeente Helmond moest
in de besluitvorming betrokken
worden. De buurgemeente was wel
geïnteresseerd in het Hout en
niet in de gehele gemeente. De
Mierlose raad had al met een
krappe meerderheid besloten dat
het bij annexatie zou gaan om de
hele gemeente en niet om een
gedeelte daarvan. Het veel
lagere belastingtarief van
Helmond was voor een aantal met
name de Houtse raadsleden de
reden om in te stemmen met een
eventueel samengaan. Het dorp,
vonden zij, moest maar samengaan
met Geldrop. Een gedachte die in
1968 door de annexatie van
Mierlo-Hout en in 2004 door het
samengaan van Geldrop en
Mierlo-Dorp toch nog tot stand
zou komen.
|
|