HOME/ GESCHIEDENIS/ COLLECTIES/ LINKS/ CONTACT

Geldrop - Mierlo - Zesgehuchten 1910
Onderwijs
Het jaar 1910 was in de drie gemeenten het jaar van het onderwijs. In januari kon de nieuwe school van Zesgehuchten na een lange bouwperiode in gebruik genomen worden. Het gebouw was nog niet klaar, maar de oude school verkeerde in een dusdanig slechte staat dat de overstap toch gemaakt werd.
De banken van de oude school werden in bruikleen afgestaan aan de gemeente Tongelre, waar op dat ogenblik een meisjesschool gebouwd werd. Het kerkbestuur was bereid de oude school met onderwijzerswoning en het oude raadhuis voor ƒ 3.000,- te kopen.
In Geldrop werd geklaagd over het slechte onderwijs. De klassen waren te groot, het leerlingenaantal groeide, er was te weinig ruimte. De raad besloot de bestaande lagere school om te zetten in een school voor uitgebreid lager onderwijs om van een hogere subsidie gebruik te kunnen maken. Het ruimtegebrek moest opgelost worden. Er waren diverse varianten: een nieuwe school, een verdieping op het bestaand gebouw, schoollokalen maken van het huis van het hoofd der school of een tweede school bouwen. Om uit deze moeilijke problematiek te komen werd ook in die tijd een commissie in het leven geroepen.
Mierlo had een gelijksoortig probleem. De school op het Hout was te klein. Daarom besloot de gemeenteraad om 650 m² grond aan te kopen voor de bouw van een nieuwe school.
De openbare lagere school in het dorp van Mierlo kreeg te maken met een ander probleem. In mei werden een vader en zijn twee kinderen met typhus overgebracht naar het St. Antoniusgasthuis in Helmond. De moeder werd daar al verpleegd. Er werd besloten om met ingang van 6 mei de bijzondere meisjesschool voor drie weken te sluiten om verdere verspreiding van de ziekte te voorkomen.

Het bouwen van scholen kost geld. De raad van Mierlo besloot 91 kanadabomen in het Grote Goor en 52 iepen aan de Marktstraat te verkopen aan Kusters uit Lieshout. Niet iedereen was daar blij mee. De correspondent van de Meijerijsche Courant schreef: “De prachtige bomen die jarenlang een sieraad waren voor het marktplein van Mierlo worden binnenkort gekapt. Daarmee verliest ons dorp weer een plekje natuurschoon, maar het geldelijk belang onzer gemeente schijnt bij onze vroede vaderen te hebben voorgezeten”.
Zesgehuchten investeerde in de ontginning van 15 ha grond in de Hulsterbroeken. Er werd besloten om nog enkele percelen grond aan te kopen die van belang waren voor de uitvoering van het plan. De ontginning was bedoeld voor de aanleg van grasland en ongeveer 2 hectaren peppelbos.

Burgemeesters
In 1910 overleed Michaël Norbertus Panken, burgemeester van Mierlo. Hij was al geruime tijd ziek. Daarom had hij in januari zijn voorzitterschap van de Christelijke Boerenbond opgezegd en per 1 april zijn ontslag als secretaris van de gemeente Mierlo ingediend. De dag voor zijn ontslag inging overleed hij. Panken werd gezien als een eenvoudig, nauwgezette man die veel voor Mierlo betekend heeft.

Michaël Norbertus Panken
Johannes Verheugt, geboren in Zesgehuchten als zoon van het oud-hoofd der school Peter Verheugt, werd benoemd tot zijn opvolger. J. Verheugt, van oorsprong onderwijzer, was secretaris van de gemeente Lieshout. In hetzelfde jaar werd een schoonzoon van Peter Verheugt, Josephus van Engeland benoemd tot burgemeester van Tongelre. Van Engeland was gemeentesecretaris van Zesgehuchten. Beide nieuw benoemde burgemeesters bleven hun functie van secretaris in hun oude gemeente uitoefenen.
In het gasthuis van Geldrop overleed op 81 jarige leeftijd de Zeer Eerwaarde Heer Franciscus Aertnijs. Van 1878 tot aan zijn emeritaat in 1907 was hij pastoor geweest in Geldrop. In die periode kwam o.a. de huidige kerk, het Bondsgebouw en het St. Vincentiusgebouw tot stand.

Franciscus Petrus Josephus Aertnijs

Dansen
In Geldrop en Mierlo was het dansen een ‘hot item’. In de plaatselijke verordening van Mierlo stond niets aangegeven over dansen in herbergen. Er waren wel processen-verbaal opgemaakt, maar de’daders’ werden niet vervolgd omdat dansen niet strafbaar was gesteld. Daar besloot de gemeenteraad wat aan te doen en legde een regeling voor het dansen in een verordening vast: “Op kermiszondag te beginnen na het Lof tot 7 uur voor man- en vrouwvolk en tot 10 uur door mannen alleen”.
In Geldrop dienden 15 herbergiers een verzoek in om tot 10 uur dansen toe te staan. Bijna de gehele raad was tegen: “Wat na 8 uur blijft is in het algemeen wel het minste van het weinige dat vooral uit Eindhoven en Helmond komt en daar zitten wij dan mee opgeschept”.

Spoorlijn
De aanleg van de spoorlijn Eindhoven-Weert-Echt kwam in 1910 op gang. In verband met de hoge kosten van de brug over de Maas werd alleen de verbinding met Weert aangelegd. Het traject Eindhoven-Geldrop zou gedeeltelijk hoogbouw worden in verband met het Eindhovens Kanaal en de tramlijn Eindhoven-Geldrop (Eindhovenseweg). De aanbesteding van het werk vond op 26 juli plaats. De laagste inschrijvers waren de gebr. de Vries uit Wolvega en R. de Vries uit Veendam. Zij schreven in voor ƒ 1.189.000,-. De aannemers zorgden voor een invasie van spoorwegarbeiders uit het noorden. De leegstaande fabriek “De Helzen” bood plaats voor 170 arbeiders met vrouw en kinderen. In november werd een noodbrug aangelegd over het Eindhovens Kanaal. De eiken bomen aan de Bult in Zesgehuchten waren al gekapt. Bij de molen in de Molenstraat werd een remise gebouwd voor het stallen van locomotieven en machinerieën. Eind december was de aanleg gevorderd tot op Hout.

Bijzondere gebeurtenissen
Een bijzondere gebeurtenis speelde zich af in Mierlo. Gerardus J.W. Korff, hoofd van de openbare lagere school in het dorp, vierde zijn 60-jarig ambtsjubileum en werd daarom benoemd tot ridder in de orde van Oranje Nassau. Dit jubileum was geen reden voor hem om met zijn werk te stoppen. In 1913 werd hij ziek. Uit contacten met de dokter bleek dat hij geen school meer zou kunnen doen, maar Korff weigerde een punt achter zijn loopbaan te zetten. Nadat de districtschoolopziener een gesprek met hem gehad had, besloot het hoofd per 1 mei 1914 ontslag te nemen. Hiermee kwam een einde aan een carrière van 64 jaren.

Het Helmondse vliegcomité ondernam in september pogingen om samen met de Trammaatschappij “De Meijerij” een vliegweek te organiseren op de Molenheide langs de grintweg van Geldrop naar Mierlo. Er werden metingen gedaan en de conclusie was dat het gebied geschikt was voor vliegdemonstraties. In Valkenswaard werden vaak demonstraties gehouden, die veel toeristen trokken. Dat moest in Mierlo ook kunnen. In de eerste week van november werden vluchten gemaakt door de vliegeniers Kuller en Archer, er werden vlieglessen gegeven en men kon als passagier meevliegen. Dit gebied zou nog jaren gebruikt worden voor het sportvliegen.

In Mierlo werd ketelmuziek gemaakt om de hazen uit de korenvelden te jagen. In Zesgehuchten, op het Hout, werd ook ketelmuziek gemaakt. In april verzamelden zich twee avonden achter elkaar ongeveer 200 mensen op de openbare weg, gewapend met potdeksels, koehorens en alles wat maar lawaai kon maken. Het was gebruikelijk dat een paar voordat zij in ondertrouw gingen een halve ton bier weggaven. Blijkbaar was dit paartje deze oude traditie vergeten. Twintig mensen kregen een proces-verbaal wegens burengerucht en ordeverstoring.