HOME/ GESCHIEDENIS/ COLLECTIES/ LINKS/ CONTACT

Geldrop - Mierlo 1931

Ondanks de wereldwijde crisis kwamen er in 1931 enkele grote bouwwerken tot stand. In New York verrees het 381 meter (zonder antennes) hoge kantoorgebouw Empire State Building. Veertig jaar lang, tot de bouw van het World Trade Centre (de twin towers), was de wolkenkrabber het hoogste gebouw ter wereld. Door de economische malaise kon een groot deel van het 102 verdiepingen tellend kantoor niet verhuurd worden. Behalve de hurenopbrengsten was ook de verkoop van toegangskaartjes aan toeristen was een bron van inkomsten.
In dezelfde stad werd de George Washingtonbrug geopend. Een gigantisch stalen bouwwerk over de Hudson van 1.100 meter lang, ook dat was een record.

Vliegdemonstratie.
Begin jaren twintig werden in Mierlo op de Molenheide veel vliegdemonstraties gehouden. Wereldberoemde vliegers als Hess, Straszer en Duchereux vertoonden hun kunsten. Duizenden mensen kwamen er op af. Het weer speelde de organisatoren vaak parten. Op het laatste ogenblik, het publiek was soms al aanwezig, moesten de demonstraties soms vanwege regen of harde wind afgelast worden. De belangstelling liep terug, Lustoord Molenheide ging failliet.
In 1931 werden opnieuw demonstraties gehouden door Duitse sportvliegers met de garantie dat de voorstelling altijd door zou gaan, wat voor weer het ook was. Ongeveer 25.000 bezoekers trokken naar Mierlo. Op de geïmproviseerde parkeerplaatsen werden meer dan 1.000 auto’s geteld. Vele Mierlonaren verdienden een zakcent bij door het inrichten van een rijwielstalling en het inrichten van een terrasje.
Reclame was in die tijd al belangrijk. Bij de begroetingsvlucht viel de rode “thea Rasche”-eendekker op die reclame van de Geldropse firma onder de vleugels geplakt had: “Peijnenburg’s Koek”.

St. Annaziekenhuis.
In 1931 vierden de Zusters van Schijndel hun 75-jarig verblijf in Geldrop. Vijf zusters begonnen aanvankelijk met een lagere school voor meisjes, een bewaarschool en de verpleging van “ouden van dagen”. Tien jaar later werd de ziekenverpleging in het gasthuis ter hand genomen. In 1929 schreef zuster Juliana van der Heijden, overste van het St. Annagesticht, een brief naar de Geldropse huisarts dokter F.G.M.A. van Kimmenade. Beiden waren het eens over het belang van een regionaal ziekenhuis in Geldrop. Nog geen twee jaar later stond aan het Bogaardeind het St. Annaziekenhuis, een bouwwerk van de architect Louis Kooken, in samenwerking met zijn schoonzoon Kees de Bever. De aannemer van het ziekenhuis was A. van Eupen. Zo kon het St. Annaziekenhuis in 2011 haar 80 jarig bestaan vieren.

Autobusdiensten.
Tot 1906 vond het openbaar vervoer van Eindhoven naar Geldrop plaats door middel van een paardentram, daarna werden de paarden vervangen door de stoomlocomotief. Het traject werd doorgetrokken van Geldrop door Mierlo naar Helmond. In dat zelfde jaar werd in Geldrop een paardentram vanaf de Heuvel, achter de huidige bebouwing van de wijk Akert en Hout richting Heeze aangelegd.
Mierlo was nog aangewezen op vervoer per kar en koets.
In 1913 kreeg Geldrop een treinverbinding met Eindhoven door een station aan het traject Eindhoven-Weert. Mierlo-Hout werd in 1866 al in tweeën gedeeld door een spoorverbinding Eindhoven-Venlo. De pogingen van het gemeentebestuur van Mierlo om een station op haar gemeentegrond te krijgen liepen echter op niets uit.
Het vervoer per tram had echter grote nadelen. De rails liepen vaak vlak langs de huizen met als gevolg geluidsoverlast en ongelukken. Bovendien zou menige brand ontstaan zijn door vonkende trams. Een uit de rails gelopen wagon betekende urenlange stremming.
In 1931 kwam het vervoer per autobus in een stroomversnelling. Diverse particuliere ondernemers vroegen een vergunning aan voor een autobusdienst. H. van den Nieuwenhof reed al vanuit Geldrop over Hulst, Urkhoven en Tongelre naar de Markt in het centrum van Eindhoven. De wed. van Dijk-Sprengers verzorgde de route Heeze, Geldrop (via Laarstraat en Zesgehuchten) naar Eindhoven.
De Kroon besliste dat vanaf 1 mei 1932 de verbindingen van Geldrop en Mierlo richting Eindhoven en Helmond alleen nog maar verzorgd mochten worden door N.V. tramwegmaatschappij “De Meijerij”.
In 1936 reed de laatste tram door Geldrop en Mierlo. De B.B.A. (Brabantsche Buurtspoorwegen en Autodiensten) had inmiddels zijn intrede gedaan.

Vuilophaaldienst.
In Geldrop werd al vanaf het begin van de 1e Wereldoorlog het huisvuil opgehaald. Gemeentevrachtrijder Verschuren reed met zijn vuilniskar twee keer per week door de straten om vervolgens het afval te dumpen in de IJzeren Man.
In 1931 werd in Mierlo besloten om met een vuilophaaldienst te starten. Landbouwer Van Lierop uit Mierlo-Hout was bereid om met zijn kar voor ƒ 4,95 per dag de Mierlose huishoudens te verlossen van hun afval. De gemeente stelde een arbeider ter beschikking om hem te helpen. ’s Morgens om half acht begonnen beide mannen op het Heieind, ongeveer ter hoogte van de huidige TV-toren. ’s Avonds om zeven uur was de klus geklaard. Ongeveer 90 huishoudens hadden vuil aan de weg gezet. Als stortplaats had de gemeente een terrein bij de steenfabriek op het Hout. De percelen waaruit leem voor de steenindustrie gegraven was, werden zo weer gevuld. Na een proefperiode van 3 maanden werd er natuurlijk geëvalueerd. De belangrijkste conclusie die getrokken werd was dat de kar toch echt voorzien moest worden van een bel.

Onderwijs.
Enkele jaren geleden waren de openbare lagere jongensscholen in Mierlo al omgezet in bijzondere R.K. lagere scholen. De meisjesscholen, opgericht door de zusters van Oirschot en Schijndel waren al bijzondere R.K. scholen.
In 1931 werden de openbare lagere scholen in de Stationsstraat en Ter Borghstraat omgezet in een bijzondere R.K. lagere school. Zo ontstonden de Nazareth- met 237 en de Franciscus Xaveriusschool met 246 leerlingen. De Vereniging voor Christelijk Nationaal Onderwijs stichtte een tweeklassige lagere school in de Stationsstraat en startte met 68 leerlingen.
Ook de Vereeniging van Vrouwen van het St. Annagesticht deden het verzoek bij het gemeentebestuur voor de bouw van een bijzondere meisjesschool op Braakhuizen.

Crisis.
De crisis nam steeds grotere vormen aan. Bedrijven kregen het steeds moeilijker, de werkloosheid nam sterk toe. Door werkverschaffing probeerde de gemeente de ellende zoveel mogelijk te verzachten.
In Geldrop werd een comité voor steun aan werklozen opgericht. De steun bestond uit het verstrekken van “gepaste lectuur en ontspanning”. Werklozen konden hiervoor terecht van 9 tot 12 en van 2 tot 5 uur in het gebouw van de Werkliedenvereniging.
In verband met de crisis ging de gemeenteraad van Geldrop akkoord met de verhoging van de subsidie voor het Burgerlijk Armbestuur van ƒ 5.000,- naar ƒ 10.000,-.
In Geldrop was in 1850 al een St. Vincentiusvereniging opgericht door enkele notabelen met het doel de armen financieel en in natura te steunen.
In Mierlo, zowel in het dorp als op Het Hout werd door het kerkbestuur in 1931 een St. Vincentiusvereniging opgericht. Iedere maand werd na afloop van de H. Mis bij de uitgang van de kerk gecollecteerd. Er werd een “aardappelenomgang” gehouden. Landbouwers konden aangeven hoeveel kilogrammen aardappelen ze wilden schenken. Later in de week reden de karren door de straten om de beloofde hoeveelheden op te halen.
Ook in Mierlo werden crisiscomités opgericht. Leden van het comité gingen langs de huizen voor het ophalen van geld en goederen.

Eindhovensch Kanaal.
In 1846 werd het Eindhovensch Kanaal, dat bekostigd was door de toenmalige gemeente Eindhoven, geopend. De industrie in Eindhoven had hiermee een verbinding met de Zuid-Willemsvaart.
Door de steeds groter wordende schepen moest het kanaal uitgediept en de bruggen verhoogd worden, een karwei dat enkele jaren in beslag nam. In 1931werd er in Geldrop en Mierlo druk gewerkt aan de bruggen. De aannemers en vrachtrijders waren niet tevreden over de wijze waarop dit gebeurde. De bruggen werden verhoogd maar de opritten nauwelijks verlengd en dat kon bruintje moeilijk trekken. Bovendien werd in Mierlo een losplaats aangelegd die aan de Mierlo-Houtse kant van het kanaal kwam liggen. De ondernemers die gebruik maakten van de losplaats zaten aan de andere kant van het kanaal en moesten steeds over die hoge brug. Vrachtrijders op Het Hout maakten gebruik van de Helmondse losplaatsen aan de Zuid-Willemsvaart. Het gemeentebestuur van Mierlo had echter gekozen voor de goedkoopste grond.
Ook de brug bij de Heikneuter of Heikrekel in Geldrop werd vernieuwd. Mensen die toch de overtocht wilde maken werden met een roeibootje overgebracht.